vrijdag 31 oktober 2008

Het loon van de intrest

Banken maken geld. Iedere keer als er iemand komt die een lening afsluit, wordt er nieuw geld gemaakt. 95% van al het geld is eigenlijk niet meer dan bankkrediet.
Maar banken vragen wel een prijs. Over een lening betaal je rente. En daar zit een probleem. Dat rentegeld is er namelijk helemaal niet.
Banken maken bij iedere lening nieuw geld, net zoveel als de lening. Maar ze maken niet het bedrag van de rente. Dat geld is er niet. Stel dat we met zijn alleen 100.000 euro hebben geleend. Dan is er 100.000 euro gemaakt. Er moet vijf procent rente worden betaald, dus in totaal moeten we 105.000 euro aan de bank betalen. Maar, er is maar 100.000 euro ooit gemaakt. Hoe komen we aan de resterende 5000 euro?
Die kan er alleen komen als er weer mensen zijn die geld lenen. Dan wordt er nieuw geld gemaakt, dat gebruikt kan worden als afbetaling van de rente op de eerste lening.

Iedereen ziet natuurlijk nu het probleem. Er moet steeds meer en meer geleend worden, om de rentebetaling op vroegere leningen te kunnen blijven afbetalen. Daarom wordt lenen steeds gemakkelijker. Daarom krijgt iedereen een creditcard mogelijkheid. Als we niet meer kunnen lenen, kunnen we onze schulden niet afbetalen.

Maar wat betekent dit nu voor de reële economie? Daarover in een volgend blog.

dinsdag 28 oktober 2008

Beter worden is een keuze

We moeten niet blindelings vertrouwen dat ieder ziekenhuis goede zorg levert, zegt minister Klink van Volksgezondheid. We moeten leren onze eigen verantwoordelijkheid te nemen en soms wat verder te reizen voor goede zorg.

"hallo met het Wilhelmina gasthuis, met de receptie, met Angelique!"
"Hoi, met iiwi. Zeg, ik moet binnenkort misschien geopereerd worden en wil van jullie ziekenhuis graag een lijstje met de fouten van de afgelopen jaar en ook graag van de keren dat het nog net goed afliep, kan dat?"
"..."


"hallo meneer, wat kan ik voor u doen?"
"Hallo, ik ben iiwi. Ik moet binnenkort misschien geopereerd worden en wil graag even met een wattenstaafje jullie OK swappen. Kijk, ik heb mijn petrischaaltje bij me en wil graag een kweekje maken. Als de bacteriecount onder de 10.000 blijft in de komende twee weken, kom ik graag bij jullie liggen. Dus als u me even wijst waar de witte pakken en de mondkapjes liggen, kleed ik me even om."
"..."

maandag 27 oktober 2008

de gemeente maakt er werk van

iiwi's world of madness inderdaad.
Ik woon in de stad Utrecht, en daar hebben we mooie grachten met bomen er langs, met daarnaast een fietspad en een straat voor auto's. Nu had de gemeente een aantal jaren geleden tijdens een renovatieproject in zijn wijsheid besloten dat de weg langs de gracht verbreed moest worden. Er moesten meer auto's langs kunnen. Zo gezegd, zo gedaan, maar toen kwam het fietspad natuurlijk in de knel. Dus ook het fietspad werd naar de gracht toe opgeschoven. Leuk, maar het betekende dat er een boom midden op het fietspad kwam te staan. Die kon niet verder naar de gracht toe verplaatst worden, dus liet men het maar zo.
Fietsers laveerden daar een paar jaar omheen, maar de boom stond echt wel in de weg en het was wel gevaarlijk. Vorige maand besloot de gemeente dus om de boom om te zagen. Nu vind ik dat je heel voorzichtig moet zijn met zomaar bomen weghalen, maar in dit geval begreep ik het wel. De boom werd omgezaagd. Maar de stomp van de boom liet de gemeente gewoon staan. Die stond nog altijd midden op het fietspad, en fietsers moesten er nog steeds omheen laveren, maar ach, de boom stond nu blijkbaar niet meer in de weg.
Gelukkig is er altijd een gemeentepief die dan in de krant daar wel even iets over wil zeggen: "Op een plek waar een boom wordt gerooid, wordt doorgaans andere teruggezet. Of dat nu midden op het fietspad ook gebeurt, is nog niet bekend."
...
Daar hebben we vreselijk om gelachen, nog met de gedachte dat ze dat toch niet zouden doen. Een boom rooien omdat die in de weg staat en dan op diezelfde plaats een nieuwe boom neerzetten.
Nou, vanochtend fietste ik dus langs de gracht, en daar stond hij, midden op het fietspad. Een mooie nieuwe grote boom. Dankzij uw gemeente.

donderdag 23 oktober 2008

Goede dag

Je weet dat het een goede dag is als een meisje van vijf je haar negerzoen geeft.

woensdag 15 oktober 2008

Hardboiled wonderland en het einde van de wereld



Afgelopen twee weken heb ik dit schitterende boek van Haruki Murakami geherlezen. Ik moet het voor het eerst gelezen hebben in 1991, na aanleiding van een recensie in Cicero, de boekenbijlage van de Volkskrant. Deze roman is een vervlechting van twee verhalen.

Het eerste verhaal, 'Hard-Boiled Wonderland', wordt in de oneven hoofdstukken verteld. De hoofdpersoon is een naamloze einzelgänger in Tokio. Hij is calcutec, zijn bewustzijn wordt gebruikt om belangrijke bedrijfsinformatie te coderen. Na zijn zijn opdrachten schuilt hij in zijn privédomein, een cocon van films, oude jazz, en whisky. Hij raakt hij verwikkeld in een machtstrijd tussen twee systemen. Er wordt in zijn onderbewustzijn een gevaarlijk proces in gang gezet.

'Het einde van de wereld' wordt in de even hoofdstukken verteld. De hoofdpersoon komt terecht in een ommuurde stad die volmaakt gestructureerd is. Zijn taak bestaat uit het lezen van de oude dromen die als lichtdraden uit de eenhoornschedels dwarrelen. Om in de Stad te mogen blijven moet hij gescheiden worden van zijn schaduw. Wanneer duidelijk wordt dat hij hierdoor ook zijn individuele geest zal verliezen, groeit in hem het verlangen te ontsnappen uit de Stad.

Die werelden hebben met elkaar te maken. Hoe, daar kom je pas aan het eind achter. Maar door de vervlechting van de beide werelden wordt het enorm spannend. Maar eigenlijk gaat het boek, zoals bijna alle Murakami's over bewustzijn. Het vreemde is, tijdens het lezen begrijp je volkomen wat Murakami bedoelt en wat hij wil zeggen, maar naderhand uitleggen is onmogelijk. Net als bewustzijn eigenlijk.

Dit is een van de beste boeken die ik ooit gelezen heb. Het is een manga, een detective, en een roman in een. Als een boek ooit punk genoemd kan worden, is dit boek het. Een boek dat tot nadenken uitdaagd en waarin je steeds nieuwe ontdekkingen doet.

maandag 13 oktober 2008

The rich men's world

'Waar komt ons geld vandaan?'
De meeste mensen zijn ervan overtuigd dat landen en regeringen geld maken. Zij beheersen de geldpers. Maar als alleen landen geld maken, hoe komt het dan dat het geld bij de bank nooit op is?
Banken, is de algemene notie, krijgen geld van spaarders en lenen dit geld uit. Maar hoe komt het dan dat we altijd, als we aan de voorwaarden voldoen, een lening kunnen krijgen? Als je naar de bank gaat en een lening wilt van 100 euro, zegt de bank nooit: "Sorry, maar we hebben geen geld." Geld is er altijd. Overal. Hoe kan dat? En als landen en regeringen inderdaad de enigen zijn die geld maken, waarom lenen ze dan van de bank tegen rente? Ze kunnen het geld immers gewoon maken. En hoe kan het dat iedereen, bedrijven, particulieren, overheden, voor onnoemelijke bedragen geleend hebben? Waar komt al dat geld vandaan? De wereld van het geld zit anders in elkaar dan we denken.

Banken maken namelijk geld! Iedere keer als iemand een bedrag komt lenen bij de bank, wordt dat bedrag aan nieuw geld gemaakt. Hoe werkt dat? Banken lenen geld uit. Ze lenen meer geld uit dan ze eigenlijk hebben. Dat is gereguleerd door de overheid. Meestal mogen banken negen keer de waarde van de inleg van de bank uitlenen. Als een bank geld krijgt van een spaarder, dan mag van 1/9de van dat geld weer leningen gemaakt worden. 8/9 is reserve. Wat gebeurt er dan?

Stel, een bank begint. Dan stort zij een bedrag bij de centrale bank. laten we eens zeggen 1150 euro. Een bank mag dan volgens de regels 9x zoveel geld uitlenen als zij heeft ingelegd. Als er geld naar de bank wordt gebracht mag daarvan 1/10 weer omgezet worden in nieuwe leningen.
Terug naar onze nieuwe bank. Zij heeft 1150 euro ingelegd. Op het moment dat jij naar de bank gaat en een lening vraagt voor zeg, 10.000 euro, dan mag de bank dat doen. Zij stort met de computer 10.000 euro op je rekening. Dat geld is er dus niet! feitelijk heeft de bank dat geld gemaakt. Er is maar 1150 euro.
Jij koopt iets voor die 10.000 euro. Het wordt gestort op de rekening van de eigenaar, en dus die van een bank. Die bank heeft nu dus 10.000 euro. Van dit geld mag volgens de regels van 1/10 weer nieuwe leningen gemaakt worden. 1/10 van 10.000 is 1000 euro. Daarvan mag dus 9x zoveel geld geleend worden, dus de nieuwe bank mag 9000 euro uitlenen.
Maar dat uitlenen gebeurt van geld dat er eigenlijk al niet was. Er is nog steeds maar 1150 euro ingelegd. Het onderpand voor deze nieuwe lening is geen geld, maar jouw belofte dat jij de 10.000 euro gaat terugbetalen. Nou deze 9000 euro wordt natuurlijk ook weer uitgegeven (zeg door meneer A) en komt opnieuw bij een bank. Deze bank mag nu 8100 euro aan nieuwe leningen uitschrijven. Maar het totaal aan geld
is nog steeds 1100 euro. Het onderpand is geen geld maar de belofte dat meneer A het geld terugbetaald waarvan het onderpand is dat jij het geld terugbetaald.
Dit kan doorgaan en doorgaan, het nieuwe bedrag dat uitgeleend mag worden wordt steeds een beetje kleiner (10.000, 9000, 8100,7300 etc, tot 0). Aan het einde is er bijna 100.000 euro gemaakt door de bank.
Maar dit is allemaal geld dat geleend is aan mensen. In het echt is er slechts 1100 euro. Er is dus 90 keer zoveel geld gecreëerd. Kortom, banken lenen geld uit dat ze niet hebben. Nog simpeler: banken kunnen net zoveel geld creeëren als wij kunnen lenen. De ratio van 9 keer zoveel lenen als er is, is namelijk in verschillende landen en op verschillende soorten rekeningen veel hoger. 20 keer , of dertig keer, of zestig keer. Onze belofte dat wij het geld zullen terugbetalen is de onderpand. 95% van al het geld dat in omloop is op dit moment is gemaakt omdat er iemand naar de bank is gegaan en een schuldbekentenis heeft getekend. Als jij een biljet van 10 euro hebt is dat eigenlijk geen geld, maar een schuldbekentenis van iemand aan een bank voor 9,50 euro en 50 cent is geld.

Daar komt ons geld vandaan. Als wij geld lenen bij de bank, wordt er nieuw geld gemaakt. Daarom zegt een bank nooit als je een lening komt afsluiten: "We hebben geen geld." Banken lenen geen geld uit. Banken creëren geld, uit schuld. Als er niemand zou zijn die een schuldbekentenis tekende aan de bankier, zou die geen geld hebben om te lenen. Geld = schuld. Dit betekent dat er zonder schulden geen geld zou zijn. Als niemand een schuld zou hebben zou 95% van ons geld niet bestaan. :)

Dat is waarom regeringen zo paniekerig zijn bij de huidige kredietcrisis. Banken moeten geld blijven uitlenen. Als ze geen geld meer uitlenen, droogt de poel aan geld op.

Maar wat betekent dit nog meer? Heel veel meer. Dit systeem kan niet blijven voortduren. In een volgende blog zal ik uitleggen waarom.

vrijdag 10 oktober 2008

Theepot

Ik heb een nieuwe theepot gekocht, een handgegoten gietijzeren Iwachu, een langwerpige Japanse theepot.
Mensen op mijn werk verklaarden mijn voor gek, omdat ik meer dan honderd euro heb uitgegeven voor een theepot. "Smaakt de thee nou lekkerder?", vroeg iemand.
"Nee", antwoordde ik, want dat was waar. Pas nu bedenk ik dat ik had moeten antwoorden:
"Nee, maar ik word nu wel gelukkiger als ik thee inschenk."
En honderd euro om je iedere dag minstens tien keer gelukkiger te voelen, dat is toch een koopje?

dinsdag 7 oktober 2008

Leven op een zeepbel

Overal wordt van alles gekocht en verkocht. Dat is de economie. Iedereen koopt van alles. Andere mensen verkopen van alles. Iedereen voelt zichzelf harstikke rijk.
Zo was er Dorus. Dorus was heel goed in auto's bouwen. Hij was klein begonnen, maar had nu een heel groot bedrijf dat iedere dag auto's maakte. Maar auto's bouwen is duur. Je moet een motor maken, en een onderstel met wielen. En er waren veel mensen aan het werk die nieuwe auto's bedachten. Iedere twee jaar moest er een nieuwe auto bedacht worden, een nieuw model. Anders gingen mensen auto's van iemand anders kopen. Dorus had niet zoveel geld. Maar gelukkig kon hij geld lenen. Van een bank. Daardoor kon hij auto's bouwen. Zijn bedrijf verkocht de auto's aan autodealers.
Jasmijn was zo'n autodealer. Iedereen hing aan haar lippen als ze over de auto's in haar showroom vertelde. Ze vertelde over hoe snel de auto's kunnen rijden, en hoe goed ze bij iemand passen. Zij kon heel goed auto's verkopen. Ze had een hele mooie showroom, daar pasten meer dan zestig auto's in. Ze kocht haar auto's van Dorus. Want die maakte hele goede auto's. Dat vond iedereen. Maar ze had niet zo veel geld om zestig auto's te kunnen kopen. Maar gelukkig kon zij geld lenen. Van een bank. Daardoor kon zij auto's verkopen aan de mensen.
Stefan zag zichzelf al rijden in een mooie auto! Hij was achttien en had net zijn rijbewijs gehaald. vandaag was hij met zijn vader, Thomas, naar de schowroom van Jasmijn gegaan, om een auto te kopen. Zijn eerste echte auto. Stefan deed stoer, maar hij vond het best spannend. Stefan had een hele mooie auto gezien. Hij had gisteren al een proefrit gemaakt. De auto reed zo lekker! Hij wilde hem gelijk kopen. Maar zijn vader zei dat hij eerst moest nadenken. "Je moet nooit te enthousiast doen als je iets wilt kopen", zei Stefans vader tegen hem. De volgende dag zouden ze terug gaan naar Jasmijn, en de auto kopen. Maar Stefan had niet genoeg geld om een auto te kopen. Gelukkig kon hij geld lenen, van een bank.
Lisa was bankier. Ze werkte in een heel hoog en modern gebouw. Mensen gaven geld aan haar wat ze gespaard hadden. Andere mensen kwamen bij haar omdat ze geld wilden lenen. Ze wilde graag veel mensen die geld van haar leenden. Daar werd ze rijk van. Maar ze had niet genoeg geld om aan iedereen te lenen. Maar gelukkig kon ze geld lenen. Van een bank...