vrijdag 8 mei 2009

Holocust monument

Een meisje en een jongen zitten op een zuil. Twee kindjes spelen verstoppertje. Ze gillen van plezier terwijl ze langs de zuilen rennen. Mensen lopen in stilte rond. Een Japans meisje maakt polaroids. Een groep toeristen loopt door de zuilen. Een gids praat Italiaans, ik neem aan over 6 miljoen doden. Ik zit in lotushouding op een zuil en hou twee minuten stilte. Twee minuten die ik vier mei vergeten ben. Ik ben stil en probeer mijn gedachten ook stil te houden, twee minuten lang. Auto's passeren. Een bus remt voor het stoplicht. Een moeder neemt de twee kindjes mee. Iemand huilt.

donderdag 7 mei 2009

Autonoom

De linkse beweging uit Duitsland ken ik als erg radicaal. De RAF en Baader-Meinhof zijn er uit voortgekomen en hier in Berlijn waren op 1 mei weer rellen. Toch fascineerd me die beweging wel, met zijn kunstenaarshuizen en krakersfeesten. Niet dat ik daarheen durf, maar van buiten vind ik het allemaal erg interessant.
Vandaag kwam ik weer langs zo'n krakersgebouw, met restaurant en radicaal overspoten caravans in de tuin en vier verdiepingen met kunstenaars. Omdat er nog een groepje mensen naar binnen ging die duidelijk niet bij de krakers- dan wel kusntenaarscene hoorden, durfde ik in het kielzog mee te lopen. Het gebouw was van binnen volledig overspoten met kunstzinnige graphics, kleuren en kreten. Het zag er heel echt squaty uit. :) Van de kunstenaars was er een witrus, die aangekondigd werd buiten als zijn tentoonstelling op de vierde verdieping. Maar de andere kunstnaars uit het gebouw hadden hun kamerdeuren ook opengezet en je kon naar binnen terwijl ze aan het schilderen waren. De kunst van de witrus vond ik zelf te euh te. Te te. Enorm grote doeken met vooral enorm veel erop. Hij wil chaos portreteren in zijn kunst, en dat lukt wel, maar voor mij is het overdonderend veel te veel. Daarna ben ik in de tuin gaan zitten en heb er gegeten en naar TripHop geluisterd.

dinsdag 5 mei 2009

Berlijn Alexanderplatz

Tijdens mijn vakantie lees ik dit boek van Alfred Döblin over het Berlijn van de jaren dertig. Het geeft heel goed de sfeer weer van de armere buurten van Berlijn, tijdens de opkomst van het fascisme, en je voelt de revolutionaire sfeer van die jaren. Döblin schrijft over het Alexanderplaty van de jaren dertig, dat opgebroken was, waar zijn hoofdpersoon steeds ove allerlei opstakels moet lopen. De metro werd er gebouwd (die er nog steeds is). Duitsland wilde van het plein een groot beeld van de sterkte van Duitsland maken, de grandeur van de Weimar republiek. Twee gebouwen van alle plannen zijn daadwerkelijk gebouwd. Toen kwam de crisis van de jaren dertig die ervoor zorgde dat de bouw opdroogde.
Tijdens de oorlog is het plein bijna helemaal platgebombadeerd. Na de oorlog kwam in Oost-Duitsland te liggen. De Oost-Duitse machthebbers bouwden er een groot Oost Duits warenhuis, zodat het plein de grandeur van Oost Duitsland zou laten zien. Tijdens de Wende waren er grote demonstraties op het plein.
Na de hereniging kwamen er weer grote plannen voor het plein. Er moeten wolkenkrabbers gebouwd worden, rondom het Alexanderplatz, van 150 meter hoog (dat is net zo hoog als de tv-toren die je nu overal in Berlijn als herkenningspunt kunt zien). Het moest de grootsheid van het verenigd Duitsland tonen. Die plannen zijn tien jaar oud, maar de torens staan er nog niet. De kredietcrisis zorgt ervoor dat het plein wederom niet afgebouwd wordt. Vandaag was ik er. Een bouwput van 80 jaar grandeur.

maandag 4 mei 2009

DDR

Ik was bij iemand die vaak in Berlijn komt en hij vertelde over de tijd toen de muur er nog was. Sommige stukken tram en ondergrondse waren van het westen, en sommige van het Oosten. Sommige Westerse trajecten gingen ook een stuk onder Oost-Berlijn door, dat was nu eenmaal zo. Alle stations op die ondergrondse waren dan ook 'gesprerrt'. Op eentje na, ik dacht Friedrichstraße. Alle West-Duitse alcoholisten gingen dan ook met de U-bahn naar dit station, gingen niet Oost-Berlijn in, maar kochten snel goedkoop OostDuits bier en gingen met dezelfde trein weer terug. Het kots-lijntje.
Zelf ging hij wel naar Oost Berlijn, door de grenspost bij Frierichstraße. Een smalle gang, waar je bijna tegen de muur geplakt stond, terwijl de Oost-Duitse grensbeambte je paspoort controleerde. Kleng! Je paspoort ging in een laatje naar de grenswacht. De gang, zo nauw dat je met je rug tegen de muur stond en nog in de private space van de beambte. Zij kijkt nors in je paspoort. Een boze blik, die langdurig je gezicht controleerd. Bam!Bam!Bam!, drie stempels in je pas. Kleng! Je pas terug. Je moest een zakje pakken van 20 Oost Duitse Marken in ruil voor 20 D-mark. Die Oost Duitse Marken kreeg je nooit van ze leven op, je mocht maar één dag in Oost-Duitsland blijven. Je kon ye uiteraard niet terugwisselen voor D-Marken. Het restant was winst voor de staat.

Voordat ik naar Berlijn ging heb ik Stasiland gelezen, van Anna Funder. Zij zocht verhalen op van Oost-Duitsland na de muur gevallen was. Van die verhalen waar niemand meer in geinteresseerd leek. De muur was afgebroken en alles moest vergeten worden. Een nieuwe toekomst. Voor veel Oost-Duitsers blijkt die nieuwe toekomst echter moeilijk te realiseren. Zij zitten nog vast in het verleden.
Dit schreef ik over het boek:

It was a strange country, the GRD (I will give it the dutch acronym, DDR, in the rest of the text). In what you could call a German tradition it seems like a communist country made perfect. The story of Julia in the book I found the most interesting, because it gives a different view on the way the state can bring someone down. Without the brutality, without torture, without imprisonment, (wich offcourse were also widely used in the DDR), but with elusive hidden mindgames, with the pretext that something would happen, with being everywhere and making people aware that you are.
Heartbreaking is the way people still suffer from the DDR-regime, not being able to continue. This is as much true for the true victims of the regime, like Miriam who still doesn't know if her husband has been burried or that he was murdered by te Stasi and they covered this up by cremating the body, as for the Stasi-members who still come together every month in their military way to gather information about improper media-covering about the Stasi or the former DDR.
There are lessons to learn from the DDR, and we never will. Like that building a wall makes you weaker, or that when you know everything there is to know you still can't predict the future, or keep something from happening.

De muur

De muur viel toen ik 21 was. Mijn leven is dus bijna net zo lang met als zonder de Berlijnse muur. Mijn leven is bijna net zo lang met als zonder mijn eigen muur. Een muur die ik in 21 jaar voor mezelf optrok, zodat ik met niemand contact hoefde te maken, en in de hoop dat niemand me zou zien en iedereen mij met rust zou laten achter die muur. Die muur, die ik, op hetzelfde moment dat de Berlijnse muur viel en Berlijners met pikhouwelen het ding tot de grond toe afbraken, zelf ging afbreken.

Omdat ik naar Berlijn ga had ik het met collega's over de Muur. We bedachten pas nu (hoe vreemd eigenlijk) dat er een hele nieuwe generatie jong volwassenen is, die nooit de wereld met de Muur hebben meegemaakt. Ik kan me niet voorstellen hoe dat is. Die muur is, ondanks dat hij al twintig jaar weg is en er bijna geen resten meer van te vinden zijn, altijd aanwezig in hoe ik denk en hoe ik de wereld zie. Het is het ijkpunt. Wat dat betreft ben ik een echt Koude-Oorlogs-kindje.
11 september, de aanslag op de World-Trade torens, lijkt het ijkpunt van de nieuwe generatie. En eigenlijk is dat veel enger dan de Berlijnse Muur. Want hoe breek je een aanslag af?