zaterdag 16 april 2011

Reiger

Tien uur 's ochtends; ik begin met rennen. De deur van de ruimte met de stalen schuren van ons flatgebouw bonst achter mij dicht. Dribbelend loop ik langs ons flatgebouw, neem de hoek en ren aan de voorkant langs het raam van mijn flat. Het is het begin van een twintig kilometer run; ik dribbel wat, spieren was losser maken, de weersomstandigheden voelen. Naast mij de sloot, boven mij de lucht die een belofte van en prachtige lentedag in zich heeft, en die belofte eigenlijk de hele dag zou houden. Boven mij vliegt een reiger, majestueus, haar spanwijdte showend. Ik blijf omhoog kijken en stop met rennen. De reiger stopt met vliegen, houdt haar vleugels stil en zweeft als magisch op de lucht, draait haar lichaam en stuurt wat naar rechts. Dan houdt ze haar vleugels in, doet haar poten naar voren en landt ze op mijn dakterras.